Astma is een chronische ontstekingsziekte van de luchtwegen. Dit houdt in dat mensen met astma levenslang te maken kunnen hebben met klachten. Astma is vaak onzichtbaar, wat het complex maakt voor de mensen die ermee leven.
Je hebt astma als je klachten hebt die bij astma horen én het met onderzoek wordt aangetoond. Alleen een arts kan de diagnose astma officieel stellen. Meestal gebeurt dit door een huisarts of longarts. Klachten die bij astma horen zijn: benauwdheid, hoesten, slijm ophoesten en een piepend geluid bij het ademhalen en vermoeidheid.
De diagnose astma kan vanaf ca. zes jaar gesteld worden. Dit gebeurt op basis van een combinatie van:
De diagnose begint met een gesprek met de arts over je klachten en eventuele erfelijke factoren (bv astma in je familie en/of het hebben van allergieën of eczeem). Vervolgens luistert de arts naar je longen. In sommige gevallen kan de arts een piepende ademhaling of verlengd uitademen horen.
Het belangrijkste onderzoek om astma aan te tonen is longfunctieonderzoek. Hoe dit in zijn werk gaat, lees je hier. Hierna kan soms aanvullend onderzoek nodig zijn, zoals een allergieonderzoek of een provocatietest. Geven de onderzoek geen duidelijkheid, dan kan eventueel een proefbehandeling met inhalatiemedicijnen worden gestart. Verbeteren je klachten daarmee, dan ondersteunt dit de diagnose.
Als je ademhaalt, gaat de lucht via je luchtpijp naar je longen. Je luchtpijp en longen bestaan uit vertakkingen die steeds kleiner en dunner worden. We noemen dit de bronchiën. Aan de uiteinden hiervan bevinden zich kleine blaasjes, de alveoli. Via die blaasjes wordt de zuurstof (O2) die je inademt, opgenomen in je bloed en zo naar je organen gebracht. Tegelijkertijd wordt hier koolstofdioxide (CO₂) uit het bloed gehaald. Die adem je dan weer uit.
Aan de binnenkant van de bronchiën zit slijmvlies. Bij iemand met astma is dit slijmvlies chronisch ontstoken en zijn de bronchiën veel gevoeliger dan bij iemand die geen astma heeft. Dit houdt in dat het slijmvlies en de spierlaag om de bronchiën heen kunnen reageren op prikkels van buitenaf. De luchtweg vernauwt zich dan, doordat de spierlaag zich abnormaal samentrekt, het slijmvlies opzwelt en/of er extra slijm aangemaakt wordt (zie afbeelding). Hierdoor krijg je astmaklachten. Deze klachten komen vaak in aanvallen voor. Zo’n aanval kan een paar uur duren, maar ook een paar weken of langer.
Astma wordt hoofdzakelijk behandeld met twee soorten inhalatiemedicijnen (ook wel puffers genoemd):
1. Luchtwegverwijders. Deze neem je bij acute klachten en verminderen de benauwdheidsklachten snel.
2. Ontstekingsremmers. Deze neem je dagelijks en remmen de ontstekingen in de luchtwegen. Hierdoor helpen ze astmaklachten te voorkomen.
Beide soorten medicijnen werken alleen optimaal als ze op de juiste manier worden ingenomen. Een goede instructie is hiervoor essentieel. Deze krijg je bijvoorbeeld bij de praktijkondersteuner, longverpleegkundige of apotheek. Het is belangrijk om deze instructie jaarlijks te herhalen.
Er is niet één soort astma. Deze ziekte doet zich in veel verschillende vormen voor. De indeling van astma in soorten is complex en gebeurt aan de hand van verschillende maatstaven (zoals de ernst van de klachten, de rol van allergieën of het fenotype). Je kunt daardoor ook meerdere soorten astma tegelijk hebben. Verschillende vormen van astma, vragen om verschillende behandeling. Daarom is het belangrijk om te weten welk soort astma je hebt. Meer over de verschillende vormen van astma lees je hier.
Het complexe aan astma is, dat de klachten niet bij iedereen hetzelfde zijn. Waar bij de één de astma te herkennen is aan de piepende ademhaling, hoor je de ander nooit piepen. En waar de één altijd hoest, hoest de ander zelden. Ook de ernst van de klachten verschilt sterk. Zo heb je topsporters met astma die wereldtitels halen. In groot contrast daar tegenover staan de mensen die arbeidsongeschikt zijn door hun astma. Zij leven dagelijks met de grote gevolgen van hun vorm van astma. Een blokje om is voor hen al ver.
Daarbij verloopt astma vaak grillig: het ene moment gaat het goed, het volgende moment is iemand erg benauwd. Extra medicijnen of een bezoek aan de spoedeisende hulp zijn dan nodig.
Vaak zijn prikkels de oorzaak van zo’n astma-aanval. Dit kunnen allergische prikkels (bijvoorbeeld huisstofmijt, pollen, huisdieren of voedsel) en niet-allergische prikkels zijn. Hiervan is de bekendste misschien wel sigarettenrook, maar ook vochtige lucht, veranderingen in het weer, sterke geuren, emoties en inspanning kunnen astmaklachten veroorzaken.
Niet iedereen met astma krijgt klachten van dezelfde prikkels. Het achterhalen van welke prikkels astmaklachten bij iemand veroorzaken is daarom vaak een lange zoektocht. Door de grote rol van prikkels bij het ontstaan van astmaklachten, bestaat de behandeling niet alleen uit medicijnen, maar ook uit het vermijden van zoveel mogelijk prikkels.
De diagnose astma wordt gesteld op basis van een combinatie van:
Klachten die bij astma horen zijn: benauwdheid, hoesten, slijm ophoesten en een piepend geluid bij het ademhalen en vermoeidheid.
Aan de binnenkant van de bronchiën zit slijmvlies. Bij iemand met astma is dit slijmvlies chronisch ontstoken en zijn de bronchiën veel gevoeliger dan bij iemand die geen astma heeft. Dit houdt in dat het slijmvlies en de spierlaag om de bronchiën heen kunnen reageren op prikkels van buitenaf.
Astma wordt hoofdzakelijk behandeld met twee soorten inhalatiemedicijnen (ook wel puffers genoemd):
1. Luchtwegverwijders. Deze neem je bij acute klachten en verminderen de benauwdheidsklachten snel.
2. Ontstekingsremmers. Deze neem je dagelijks en remmen de ontstekingen in de luchtwegen. Hierdoor helpen ze astmaklachten te voorkomen.
Iedere maand staat onze nieuwsbrief vol met het laatste nieuws, ervaringsverhalen en verdiepende artikelen over astma. Ontvang jij hem nog niet? Meld je dan hieronder gratis aan.
Met jouw bijdrage steun je alle 575.000 Nederlanders met (ernstig) astma. VND zet zich in voor ondersteuning van mensen met (ernstig) astma, zodat mensen met astma beter kunnen omgaan met hun aandoening en een betere kwaliteit van leven krijgen.